Verschillende kleinere partijen die opkomen voor de verkiezingen noemen zich geen politieke partij, maar wel burgerpartij, of burgerbeweging. Ze staan los van 1 nationale politieke partij. Kan zo’n beweging een stempel drukken op de lokale politiek?
“Wij zijn geen partij, maar een burgerinitiatief,” zegt Wyffels René van PRO-actief. Deze beweging hangt niet af van een nationale vleugel, “we zijn mensen met verschillende ideeën en proberen samen over verschillende zaken een overeenkomst te bereiken en daarmee naar buiten te komen.”
Dat hebben de burgerpartijen meestal gemeen, dat er verschillende politieke overtuigen in zitten en dat er geen band is met 1 nationale partij en haar nationaal bestuur. Soms zijn het initiatieven van mensen die zich niet kunnen vinden in het gedachtengoed van 1 partij, of uit onvrede met het beleid, omdat er ruzie is en mensen met scheurlijsten opkomen, of zoals bij KOMOP in Maarkedal, uit een ploeg “die spontaan gegroeid is uit enthousiastelingen die samen kwamen,” zoals ze zelf zegt.
Dikwijls hebben burgerinitiatieven een kleiner programma dan de grote partijen, “Piss Off†in Gent is er een voorbeeld van, die komt alleen op voor openbare toiletten.
Kan zo’n kleine onafhankelijke partij betekenen?
Lijsttrekker Wyffels René van PRO-actief gelooft er in dat een burgerpartij mee kan besturen. Als je er echt voor gaat, zegt hij, dan merken de mensen dat wel. “Als de mensen voelen dat je ergens voor staat en hen steunt dan moet dat lukken.”
Vlakaf Zele is zo’n partij die in de gemeenteraad zit. Maar ondanks het feit dat er mensen van verschillende politieke gezindheid in zitten, is het toch moeilijk om met meerdere partijen het beleid te voeren, zegt de lijsttrekker. “Omdat we ook wilden ingaan tegen de versnippering van het politieke landschap zijn we samen gegaan met een nationale partij die ons de mogelijkheid liet om onze eigenheid te bewaren.”
Een partij moet geld vinden om campagne te voeren. Bij een nieuwe en kleine burgerpartij als in Maarkedal zijn de budgetten beperkt zegt René. De initiatiefnemers voorzien budgetten, en “als je het uit idealisme doet of omdat je dat graag doet dan hoef je dat geld niet terug te zien.”